Verzameld werk deel 8 - Historisch en autobiografisch proza
Verzameld werk Alexandr Poesjkin, 8
Poesjkin, Alexandr
Uitgeverij Papieren Tijger, 400 blz., gebonden, 2014, ISBN 9789067282994
Poesjkin, Alexandr
Uitgeverij Papieren Tijger, 400 blz., gebonden, 2014, ISBN 9789067282994
Poesjkin had een hartstocht voor geschiedenis. Verbazingwekkend is dat niet. Van vaderszijde stamde hij uit een van de oudste en roemrijkste geslachten van het land: ‘De namen van voorvaders van me duiken overal in onze vaderlandse geschiedenis op.’ (Aanzet tot een autobiografie.) Zijn moeder was de kleindochter van een Afrikaanse koningszoon die via de slavenmarkt van Constantinopel aan het Russische hof terechtkwam en de bijzondere protectie van Peter de Grote wist te verwerven.
Poesjkins non-fictionele proza beslaat naast zijn briljante verhandeling over de opstand van Poegatsjov – briljant als moderne, in wetenschappelijk en stilistisch opzicht onberispelijke analyse van een chaotische, tot dan toe nauwelijks ontgonnen historische periode – ook een reeks min of meer losse aantekeningen over allerlei personen en gebeurtenissen van nationale betekenis. Deze krijgen een grote extra waarde omdat ze zijn opgetekend door de nationale dichter, een buitengewoon scherpzinnig en nieuwsgierig ooggetuige, kind aan huis aan het Russische hof en aan de ambassades van de grote Europese mogendheden, en een persoonlijke kennis – vriend dan wel vijand – van vrijwel iedereen die er wat toe deed in de Russische politieke, kunstzinnige en wetenschappelijke wereld van zijn tijd. Om diezelfde reden zijn Poesjkins dagboekaantekeningen van eminent belang voor iedereen die is geïnteresseerd in de geschiedenis van Rusland. Zijn beschouwingen over Tacitus en de eerste Europese cholera-pandemie, zijn schets van de ontwikkeling van de Franse staatsinrichting, zijn liefdevolle herinneringen aan Karamzin en Djerzjavin: dat alles geeft ons een indruk van de ongelooflijke spanwijdte van zijn denken. Zijn beide reisverslagen ten slotte lijken die van een eenentwintigste-eeuwer op reis door een wereld van twee eeuwen geleden.
Poesjkins non-fictionele proza beslaat naast zijn briljante verhandeling over de opstand van Poegatsjov – briljant als moderne, in wetenschappelijk en stilistisch opzicht onberispelijke analyse van een chaotische, tot dan toe nauwelijks ontgonnen historische periode – ook een reeks min of meer losse aantekeningen over allerlei personen en gebeurtenissen van nationale betekenis. Deze krijgen een grote extra waarde omdat ze zijn opgetekend door de nationale dichter, een buitengewoon scherpzinnig en nieuwsgierig ooggetuige, kind aan huis aan het Russische hof en aan de ambassades van de grote Europese mogendheden, en een persoonlijke kennis – vriend dan wel vijand – van vrijwel iedereen die er wat toe deed in de Russische politieke, kunstzinnige en wetenschappelijke wereld van zijn tijd. Om diezelfde reden zijn Poesjkins dagboekaantekeningen van eminent belang voor iedereen die is geïnteresseerd in de geschiedenis van Rusland. Zijn beschouwingen over Tacitus en de eerste Europese cholera-pandemie, zijn schets van de ontwikkeling van de Franse staatsinrichting, zijn liefdevolle herinneringen aan Karamzin en Djerzjavin: dat alles geeft ons een indruk van de ongelooflijke spanwijdte van zijn denken. Zijn beide reisverslagen ten slotte lijken die van een eenentwintigste-eeuwer op reis door een wereld van twee eeuwen geleden.
Op voorraad
€ 36,00